Museumfabriek

Vanmorgen hadden Sjoerd en ik samen met twee andere bezoekers de hele museumfabriek voor onszelf. Al snel raakten we het andere stel kwijt, waardoor we ons bijna alleen op de wereld waanden.

Een heerlijk gevarieerd museum, waardoor ik niet echt kan benoemen wat het nu werkelijk is. Natuurhistorisch? Streekmuseum? Oudheidkundig museum? Kunstmuseum? Techniekmuseum? In ieder geval werd er een duidelijk verband met de textielhistorie van Twente gelegd. De dame die ons twee machinale weefgetouwen demonstreerde kon ons er alles over vertellen.

Het tafelkleed op het Jacquardgetouw kende 5000 kettingdraden en toen ik vroeg hoe lang ze er over deed om deze in te rijgen, kreeg ik het geheim van de smid verklapt. De huidige schering zal voordat deze op is, met een knoopmachientje aan de nieuwe schering geknoopt worden, waardoor alleen de draden voorzichtig doorgetrokken hoeven te worden.

Nog nooit heb ik van een aanknoopmachine gehoord dus ben ik gaan zoeken op internet. En zo kwam ik op een stuk tekst uit “De rauwe wet van vraag en aanbod: arbeidsverhoudingen in de Twents-Gelderse textielindustrie 1945 tot 1949” door N.C.C. Vos:

In september 1946 besloot de directie van Van Heek & Co om in Zwitserland een nieuwe aanknoopmachine te bestellen. Met deze investering werd het mogelijk om voortaan machinaal kettingdraden aan elkaar te knopen, zowel katoen als wol. Deze machine kostte ƒ15.000, en bespaarde de inzet van twee arbeidsters.

Deze investeringsbeslissing is een van de vele die in de Twentse textielindustrie na de oorlog zijn genomen, om dezelfde reden waarom ondernemers zo vaak nieuwe machines aanschaffen, namelijk dat zij arbeidsbesparend zijn of wat na de oorlog vanzelfsprekend ook een belangrijk argument was, ter vervanging van beschadigde machines. Een belangrijk bijkomend effect van veel nieuwe machines was en is dat zij de handelingsvrijheid van het bedienend personeel beperken, zodat de ondernemer meer greep op de arbeiders en op de door hen geleverde productie heeft. Een voorbeeld hiervan werd door Ten Cate genoemd bij de aanvraag voor dispensatie voor het betalen van te hoge vrouwenlonen in april 1949. De onderneming stuurde een aanvraag voor dispensatie in voor onder andere zogeheten “automatenspoelsters”. Dit was een klein aantal spoelsters, dat werkte aan een kort daarvoor aangeschafte hypermoderne en kostbare spoelmachine. Een belangrijk verschil met de situatie bij de “handspoelsters” was dat het tempo aan deze machine ‘uitsluitend door de machine (werd) bepaald, hetwelk van de spoelsters constant hoge prestaties vergt’. De onderneming kreeg voor deze “automatenspoelsters” dispensatie voor een uurloon van 62 cent.

Zo’n aanknoopmachine is te bekijken door te klikken op deze link.

Hierboven is een Jacquardweefgetouw te zien.

Joseph-Marie Jacquard is de ontwerper van dit soort getouwen. Dit is niet zonder slag of stoot gegaan. Daar waar nu de ponsplaten regelen welke scheringdraden naar boven getrokken worden stonden vroeger wevers de de touwtjes in handen hadden. Zij voelden zich bedreigd door de uitvinding van Jacquard en verwoestten het getouw (1793)

In 1803 kreeg hij een herkansing toen hij ging werken in het Conservatoire national des arts et métiers in Parijs. Hij ontdekte daar resten van een weefgetouw en restaureerde en verbeterde die. Het automatische getouw dat hij maakte werkte zo goed dat het weerstand kon bieden tegen handwevers die bang waren vervangen te worden door dergelijke getouwen. Toen hij in 1804 zijn getouw mocht demonstreren aan Napoleon, was zijn kostje geregeld. Hij kreeg een kruis van eer, een jaarlijkse uitkering en een bonus voor ieder verkocht weefgetouw.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.